Wat mag wel:
Wat mag niet:
Stuiten en tippen : Als je de bal vangt, dan mag je daarna onbeperkt tippen. Als je de bal na het tippen weer met één of twee handen vastpakt, dan mag je nog hoogstens drie passen maken en daarna moet je de bal afspelen of werpen.
Loopregel
als je de bal vast hebt, dan mag je drie passen maken. Dat is een duidelijke regel, maar in de praktijk is dit vaak erg moeilijk. Door snelheid of bijzondere technieken lijkt het soms alsof je te veel passen maakt.
dan is er ook nog de 3- secondenregel. Als je de bal vast hebt, dan mag je de bal 3 seconden vasthouden. Binnen die 3 seconden moet je de bal afspelen, een stuit maken of tippen.
Wanneer is een doelpunt geldig?
Soorten worpen
Beginworp
Waar en hoe?
de beginworp moet in het midden van de middenlijn worden genomen met één voet op de middenlijn. De andere voet mag niet op de helft van de tegenstander komen totdat de beginworp is genomen.
het is toegestaan de beginworp 1,50 meter links en 1,50 meter rechts van het midden te nemen. Dit wordt het tolerantiegebied genoemd.
als de scheidsrechter fluit voor de beginworp, moet je de bal binnen 3 seconden spelen.
bij de beginworp kennen we een bijzondere situatie in vergelijk met andere worpen:
als de scheidsrechter fluit om de beginworp nemen, mogen je medespelers al over de middenlijn komen, ook als is de bal nog niet gespeeld.
Inworp
Waar en hoe?
Vrije worp
Waar en hoe?
Uitworp
Waar en hoe?
de keeper moet de uitworp altijd nemen vanuit zijn doelgebied. De uitworp kan genomen worden zonder dat de scheidsrechter heeft aangefloten. Soms moet je wachten op het fluitsignaal van de scheidsrechter, voordat je een uitworp mag nemen:
Strafworp
het verhinderen van een vrije doelkans kan op het hele veld plaatsvinden (Een vrije doelkans ontstaat wanneer een aanvaller aan de cirkel de bal en zijn lichaam onder controle heeft en een verdediger niet meer op reglementaire wijze een schot op doel kan verhinderen) (ook is het een vrije doelkans als de aanvaller alleen op de keeper afgaat (bijvoorbeeld in de break) en een verdediger niet op reglementaire wijze de aanvaller kan stoppen)
De zwaarte van de overtreding is niet belangrijk bij de beoordeling of het een strafworp is of niet
Waar en hoe?
– de speler die de strafworp neemt staat achter de strafworplijn. Alle spelers van de tegenstander moeten op 3 meter afstand zijn. De medespelers van de speler die de strafworp neemt moeten buiten de vrije worplijn zijn – bij het nemen van de strafworp moet je altijd één voet op de grond houden en mag je niet over de strafworplijn komen voordat de bal gegooid is – als de scheidsrechter aanfluit, moet je de bal binnen 3 seconden op doel gooien – de keeper mag bij het nemen van de strafworp niet verder dan 4 meter uit het doel komen – je mag de bal na een strafworp pas weer spelen als de bal terugkomt van de keeper of het doel – de keeper mag niet meer wisselen als de speler die de strafworp neemt klaar staat.
Passief spel
je mag de bal niet in het team houden zonder dat er sprake is een duidelijke poging om aan te vallen of om te proberen een doelpunt te maken. Als dit het geval is, dan wordt dit “passief spel” genoemd.
Wanneer is het passief spel?
als de scheidsrechter vind dat het passief spel is, dan moet hij een waarschuwingsteken geven. dat betekent dat het aanvallende team nu actie moet ondernemen. Deze actie kan zijn:
Als er geen tempoversnelling of een schot op doel komt, dan krijgt het aanvallende team een vrije worp tegen.
Wanneer eindigt het gebaar passief spel?
Time Out
een time-out is verplicht bij:
De scheidsrechter kan een time-out geven bij:
Onsportief gedrag en straffen
Gele kaart ( waarschuwing)
2 Minuten (straf)
Rode kaart (diskwalificatie)
Blauwe kaart (diskwalificatie plus rapport, wat kan leiden tot schorsing) naast een rode kaart kan je ook tegelijk een blauwe kaart krijgen, dit komt voor bij:
Let op:
overtredingen met een gering lichaamscontact kunnen ernstige gevolgen hebben en tot blessures leiden. Dit geldt met name als een speler in een sprong is of in de loop. bij dergelijke overtredingen is het niet van belang hoe zwaar de overtreding is, maar welk gevaar dit kan opleveren.
zijn deze overtredingen het geval, dan volgt een rode kaart.
dit is ook van toepassing als een keeper uit zijn doelgebied komt om een bal te onderscheppen. de verantwoordelijkheid voor een botsing ligt bij de keeper. of de keeper de bal wel of niet vangt, bij een botsing krijgt de keeper een rode kaart.
Hoe en wat bij waarschuwen/straffen:
* steek je hand duidelijk in de lucht, ook bij 2 minuten
* per team; maximaal 3 gele kaarten, daarna telkens 2 minuten
* per speler: max 1 gele kaart, daarna telkens 2 minuten
* bij 3x 2 minuten voor dezelfde speler = rood
(rood= betreffende speler op de tribune, voor het team 2 minuten spelen met 1 speler minder)
* bij geven van bovenstaande, tijd even stil, zodat scheidsrechter het kan noteren
Verlenging Procedure
Soms kan het voorkomen dat een wedstrijd gelijk eindigt, bijvoorbeeld bij een kampioenswedstrijd of finalewedstrijd. Om een winnaar te krijgen, is een verlenging noodzakelijk.
Is na de eerste verlenging nog geen winnaar dan volgt een tweede verlenging > procedure 2e verl
Wat is de procedure bij het nemen van strafworpen na een tweede verlenging > strafworpen
Wat gebeurt er als er na de eerste serie strafworpen nog steeds geen winnaar is?